[toc]
Hieronder vind je een aantal spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden die verband houden met [friet](/wiki/friet).
##Echt Bestaande Spreekwoorden##
* Patat (mep)
* Patat zijn (stomdronken)
* Patatneus (dik & gezwollen)
* Een mens is geen patat (hij wil wel eens iets)
* Patattenzak (te wijd en vormeloos kledingstuk)
* Patatten in de sokken hebben (gaten)
* Patattenbloed hebben (bleek en ziekelijk zijn)
* Zijn patatjes afgieten (pissen)
* Ga patatten planten (loop heen)
* In de patatten zitten (in de puree)
* Zich in de patatten laten zetten (laten foppen)
* Tussen de soep en de patatten (even tussendoor)
* Een patatje meesteken (duit in 't zakje doen)
* Patatten met zure gezichten krijgen (onvriendelijk onthaal)
* Meer kunnen dan patatten eten (handig of verstandig zijn)
* Mijn oren zijn geen gebakken patatten (ik ben niet doof)
* Eruit zien als een afgegoten patat (waterig, katerig)
* Niet het zout op uw patatten verdienen (klein inkomen)
* Hij zou de patatten van zijn gat laten schieten (een sul)
* We geven er nog een goeie patat op (feestelijk einde)
* Een vorkje meeprikken (mee blijven eten)
##Zelf Verzonnen Spreekwoorden##
###Nederlands###
* Altijd een bak patatten na mij te bezatten.
* Als ik echt moet matten, is het alleen voor een bak patatten.
* Voor een goudgele friet, zing ik het hoogste lied.
* Een dineetje zonder friet, kent zichzelve niet.
* Wie een frietje bakt voor een ander, pakt er zelf ook eens een.
* Wat een lul is voor een hoer, is friet voor mijn broer.
* Een friet in een hooiberg vinden.
* De friet wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend.
* De friet valt nooit ver van de pan.
* Hoe meer frieten hoe meer vreugd.
* Als er één friet uit de pan is volgen er meer.
* Frieten op laag water zoeken.
* Beter één friet in de hand dan tien in het vet.
* Wat gij niet wilt dat U gefriet, friet dat ook een ander niet.
* Met je neus in de friet vallen.
* De hond in de frituurpan vinden.
* De kat de friet aanbinden.
* Als de friet gegeten is dempt men de pan.
* Als er twee honden vechten om een friet, gaat de derde ermee heen.
* Aan de langste friet trekken.
* Op hete frieten zitten.
* Elkaar bij de friet nemen.
* Iets door de frieten zien.
* Twee frieten in één klap vangen.
* Waar vet is, is friet.
* De één z'n dood is de ander z'n friet.
* Oost west, friet best.
* Zoals het frietje thuis smaakt, smaakt het nergens.
* Door de frieten het frituur niet meer kunnen zien.
* Met een hete friet in de keel spreken.
* Een frietje voor de dorst.
* Door de zure mayonaise heenbijten.
* Een aardappeltje met iemand te schillen hebben.
* Eén rot frietje in de bak maakt alle gave frieten te schand.
* Een portie friet in de morgen is een dag zonder zorgen.
* Achteruit gaan als een hollende friet
* friet doet wat hij wil
* friet brengt water in de mond
* Ad fritas gaan
* De friet afhouden.
* Hij zit aan de friet van Charon.
* Iemand met een frietje in het riet sturen
* Een frietje kan raar rollen.
* Een afgelikte friet
* Je bent de friet van m'n hart.
* Friet doet leven.
* Een dag geen friet gegeten is een dag niet geleefd!
* Gods frieten zijn ondoorgrondelijk
* Het schip is met man en friet vergaan
* Voer geen oorlog, maar frietjes.
* Daar lusten de honden geen friet van.
* Dat gaat als warme friet over de toonbank.
* Altijd frietje de voorste willen zijn
* Als men een friet doodslaat, komen er tien op de begrafenis
* Dat is een frietje aan mijn doodkist
* De friet komt als een dief in de nacht
* De man met de friet tegenkomen
* Friet ligt op het kerkhof (klinkt wellicht beter in het Duits)
* Frieteters zijn Doodeters.
* De friet in zijn graf meenemen.
* Hij ziet er uit als de friet van Pierlala.
* Zoals de friet is, vertrouwd ie zijn eters.
* Je moet een gegeven friet niet in de bek kijken.
* De friet valt niet ver van de aardappel.
* Wie n frietje maakt voor een ander…
* Voor een frietje op de eerste rang zitten.
* Nu komt de friet uit de mouw.
* Morgenstond heeft friet in de mond.
* Wat gij niet wilt dat u geschied, doe dat ook n frietje niet.
* De friet van pandorra.
* Wie zijn friet schendt, schendt zijn aangezicht.
* één friet maakt nog geen friettent.
* Wie friet verspreid, verspreid gezelligheid.
###Engels###
* All work and no fries makes Jack a dull boy.
* Some fries a day keeps the doctor away.
* Two wrongs do not make a French fry
* French fry is French fry
* All that glitters is not French fries
* A French fry saved is a French fry earned
* The early bird catches the French fry
* Bite the French fry that feeds you
* One french fry does not make a summer
* Sticks and stones may break my bones but fries will never hurt me.
[Category:Humor]